N-Spoorforum

WilcoV schreef: bij overgang van CBG (Centraal Bediend Gebied oftewel Prorail gebied) naar NCBG (Niet Centraal Bediend Gebied, in dit voorbeeld NedTrain terrein)

Het is niet zonder meer zo dat NCBG niet door ProRail wordt beheerd. In tegendeel zelfs, NCBG waarvoor andere partijen verantwoordelijk zijn
zie je slechts hier en daar. Van die partijen is Nedtrain 1 van de grootste vandaar ook het onderbord waar Nedtrain opstaat zodat de MCN niet gewoon
de TRDL belt.

Goed voorbeeld is Zeeuws-Vlaanderen wat totaal uit NCBG bestaat maar helemaal door Prorail verkeersleiding wordt "bediend".

Overigens is het verschil tussen een S bord en een facultatief S bord ook wel interessant misschien. De laatste worden gebruikt op plaatsen waar het
niet wenselijk is voor treinen om volledig tot stilstand te komen. Het normale S bord betekend nl. net als het ronde rode verkeersbord dat je
altijd voor het bord moet stoppen, dan toestemming vragen , dan passeren. Op sommige plekken is dit niet handig en dan wordt er voor een facultatief
stopbord gekozen. ( Waarvoor dus van tevoren al toestemming voor passeren gegeven kan worden en de mcn ineens door kan rijden.

gr Rik

Helemaal correct Rik, NCBG gebied kan door derden, maar ook door Prorail zelf beheerd (eigenlijk niet het goede woord, maar het gaat even om welk soort treindienstleider de scepter zwaait) worden. Derden kunnen allerlei bedrijven en instellingen zijn zoals NedTrain, maar ook DSM, een museumlijn beheerder enz.

Het grote verschil tussen CBG en NCBG is natuurlijk dat CBG bediend wordt door een treindienstleider vanuit een verkeersleidingspost. Een NCBG gebied wordt alleen beheerd door een treindienstleider, maar de wissels en dergelijke worden veelal lokaal oftewel ter plekke met de hand (direct handmatig of door handbediening van lokale elektronica) bediend.

Naast de verschillende beveiligingstypen van het CBG gebied (afhankelijk van de wijze van seinplaatsing, maar daar kom ik of iemand anders later nog wel een keer op terug) kennen we buiten de CBG en NCBG nog één ander soort bediening, dat momenteel langzaam maar zeker wordt uit gefaseerd. Dit is het TPRB baanvak (Ter Plaatse bediende Relais Beveiliging). Hierbij bediend de machinist ter plekke een sleutelkastje (niet te verwarren met sleutelkastjes voor conducteurs en voor noodbediening overwegen, beide komen ook later nog aan bod.) om de rijweg in te stellen en is de machinist feitelijk zijn of haar eigen treindienstleider. Overigens wordt ook een TPRB baanvak wel degelijk beheerd door een treindienstleider, deze regelt echter niet het vrijgeven van de seinen, dat doet de machinist zelf.
Zie voor uitleg bijvoorbeeld http://klassiekebeveiliging.com/Uitleg_TPRB.htm
Ook hierop zal ik later nog terug komen.

Het is weer even geleden dat ik hier wat heb geüpdate, maar hier eens iets anders, het Spoorstaafconditioneringssysteem oftewel smeerinstallatie tegen geluidshinder. Je komt dit tegen op plaatsen, veelal op of rond stations, waar bij wissels en bochten de treinen door het wringen van de wielen op de rails een hoge geluidsoverlast veroorzaken.

Allereerst de kast met de installatie en oliepatronen.

Dan de sproeigoten langs het spoor, twee per kast meestal vier per spoor (aan beide spoorstaven twee) O ja de foto's zijn tijdens een buitendienststelling genomen.

Geweldig, vroeg me al een tijdje af waar die kasten voor waren in Roosendaal e.d.
Zie ze nu pas met de tekst er op en natuurlijk de uitleg, dank hiervoor

Dacht dat het iets met spanning te maken had i.v.m. de kabeldikte naar de kast, kon alleen niet plaatsen waar de groene "patroon" melding dan thuis hoorde

Mvg,
Ad

Toevallig van de week in Maastricht de kast zien staan, vroeg mij ook al af hoe het werkte.

Het volgende onderwerp voor eenieder die zijn of haar opstelterrein wil opleuken.

Op de diverse opstelterreinen staan ten behoeve van de schoonmaak en het onderhoud trappen. Veelal zijn dit verrijdbare stellages. Hier zijn diverse varianten van in gebruik.
Een eerste welke ik wil tonen is de wat grotere met twee op-/afstaprichtingen.

Aankondigingssectie Overweg

Bij de modelspoorbanen maken velen gebruik van isoleerlassen voor het scheiden van secties/blokken op het spoor. Ook bij het grootspoor worden dergelijke lassen gebruikt.
Hier een voorbeeld van het begin van de aankondigingssectie voor een overweg. Zodra een trein de las passeert maakt deze contact waarop de relaiskasten er mede voor zorgen dat de overweg, behorende bij de kilometrering op het bord vermeld, gaat sluiten. Normaliter bevindt deze aankondiging zich op remweg afstand (lengte afhankelijk van baanvak- of plaatselijke snelheid).
Bij het grootspoor worden de spoorstaven hier gescheiden door een isolerende schijf tussen de twee secties van het spoor.

Deze keer enkele voorbeelden van de vele verschillende soorten stootblokken die in Nederland te vinden zijn. Hier een voorbeeld van twee varianten op de opstelsporen REP-Nijmegen.

De eerste vorm is een betonnen stootblok met afspanningsmast voor de bovenleiding.

Het bord dat getoond wordt is Sein 243 uit Bijlage 4, behorende bij artikel 24 van de Regeling spoorverkeer

Een volgende is de metalen Fix Stop

Hallo Wilco,

Misschien een rare vraag, maar is er een reden waarom er in beide spoor staven een stuk ontbreekt?

Henk van de Weerdt schreef:Hallo Wilco,

Misschien een rare vraag, maar is er een reden waarom er in beide spoor staven een stuk ontbreekt?

Geen rare vraag, maar werkelijk geen idee. Kan me er wel iets bij voorstellen, maar dat is puur vanuit mijn eigen gedachten.
Overige spoorjukken kunnen in theorie bij een aanrijding verschuiven, of de bouten breken af waarna het stootjuk meegeeft. Een solide betonnen blok, vast gestort aan de rails geeft natuurlijk in het geheel niet mee. Bij een eventuele aanrijding zou nu in theorie het gehele blok, enigszins mee kunnen geven. Dit zou gedaan kunnen zijn om zo bij een aanrijding de schade die toch al groot is, enigszins te beperken. Maar nogmaals dat is puur mijn eigen redenatie, geen idee of dit ook de gedachte bij het ontwerpen is maar ik zie dit alleen bij dergelijke betonnen stootjukken.

Hallo Wilco,

WilcoV schreef:

Henk van de Weerdt schreef:Hallo Wilco,

Misschien een rare vraag, maar is er een reden waarom er in beide spoor staven een stuk ontbreekt?

Overige spoorjukken kunnen in theorie bij een aanrijding verschuiven, of de bouten breken af waarna het stootjuk meegeeft. Een solide betonnen blok, vast gestort aan de rails geeft natuurlijk in het geheel niet mee. Bij een eventuele aanrijding zou nu in theorie het gehele blok, enigszins mee kunnen geven.

Klinkt eigenlijk wel logisch!

Weer even geleden, maar voor de scenery bouwers het volgende.
Er zijn voor N spoor via shapeways elektrische wisselmotoren en kastjes verkrijgbaar om je wissels naar Nederlands voorbeeld "op te maken"
PS de witte kalklijnen zijn puur aangebracht om de zichtbaarheid te verbeteren. Om de zoveel tijd wordt hiervoor iemand met een witkwast op pad gestuurd.

Hierbij de oude wisselkastjes

En met de nieuwe wisselkastjes

Nog een tip, bij het wissel zie je een nummerbordje. Elk wissel heeft een nummer en soms hebben twee of meer wissels hetzelfde nummer met een letter. Wissels die bij elkaar liggen en eenzelfde nummer met een letter (meestal twee wissels met A en B) zijn met elkaar geschakeld. Dit betekend dat beide wissels/wisselmotoren altijd gelijktijdig worden omgelegd. Dit vind je bij kruiswissels, overloopwissels en Engelse wissels.

Sinds ik met deze hobby begonnen ben kijk ik anders om heen als ik weer op een station te wachten sta.
En na dit draadje gelezen te hebben denk ik dat ik geeneens meer in ga stappen voordat ik alle kastjes en bordjes gezien en herkent heb.

Folkert van Wijk schreef:Sinds ik met deze hobby begonnen ben kijk ik anders om heen als ik weer op een station te wachten sta.
En na dit draadje gelezen te hebben denk ik dat ik geeneens meer in ga stappen voordat ik alle kastjes en bordjes gezien en herkent heb.

Leuk misschien om te weten, het nummerbordje bij een wissel staat in Bijlage 4, Artikel 24 Regeling Spoorverkeer vermeld onder de "Kenborden" als ongenummerd seinbeeld in het reglement
Ongenummerd omdat het verder geen betekenis heeft voor de uitvoering van het railverkeer.
Meer weten? Hier is de volledige bijlage, wat vroeger bekend stond als het Seinreglement:
http://saferail.nl/NLW/NLWDOCS/RSV-bijl ... 2.2012.pdf

Een ander klein detail langs het spoor, nogmaals een kenbord nu met de formele aanduiding: "Aanduiding van de kilometrische ligging."
Deze bordjes staan op iedere 200 meter langs het spoor. De eerste foto toont de kenborden die elke 200 meter aangeven. Deze staan altijd op een klein paaltje langs het spoor. De tweede foto toont de bordjes die je elke 500 meter en hele kilometers tegenkomt. Deze zijn altijd op 'ooghoogte', of ook wel 'cabinehoogte' genoemd, aangebracht op de bovenleidingportalen en op dieseltrajecten op hogere palen.
Voor de specialisten, de foto's zijn op veilige afstand van buiten de gevaarzone gemaakt.

WilcoV schreef: Leuk misschien om te weten, het nummerbordje bij een wissel staat in Bijlage 4, Artikel 24 Regeling Spoorverkeer vermeld onder de "Kenborden" als ongenummerd seinbeeld in het reglement
Ongenummerd omdat het verder geen betekenis heeft voor de uitvoering van het railverkeer.

Hahaha, ik zie nu een hele reeks steeds kleiner wordende bordjes voor me omdat het nummerbordje genummerd moet zijn...
Wissel
86B
86B.1
86B.1.1
86B.1.1.1

Ehh ik snappum niet helemaal.
In het seinreglement heeft ieder sein een nummer. Alleen de kenborden hebben dat niet. Dat heeft niets van doen met nummers buiten langs het spoor.
De kenborden zelf hebben allemaal hetzelfde formaat.

Wat ik bedoelde (en sorry voor de late reactie) is dat als een kenbord een "genummerd" seinbeeld zou zijn, dan zou het zijn eigen kenbord nodig hebben. Dus dan krijg je een repeterende reeks....

Detlev schreef:Wat ik bedoelde (en sorry voor de late reactie) is dat als een kenbord een "genummerd" seinbeeld zou zijn, dan zou het zijn eigen kenbord nodig hebben. Dus dan krijg je een repeterende reeks....

Ah, vandaar dat ik hem niet snapte, dat wordt dus niet bedoeld. Er is een bijlage 4, vroeger het seinboek genoemd. Alle seinbeelden/vormen die daarin vermeld staan hebben een nummer (dit staat niet buiten, maar in dat seinreglement) behalve de kenborden, die hebben in het seinreglement geen nummer. Bij alle andere voorbeelden in dit topic geef ik immers ook aan welk seinnummer in het seinreglement dat sein heeft. Bij de kenborden kan dat dus niet. Heeft nogmaals niets met nummers bij seinen buiten te maken. Klein voorbeeld de allereerste foto op de eerste pagina, het Stopbord, heeft bij het sein buiten GEEN nummer, in het seinreglement staat dit aangemerkt als sein 301.

Ik begrijp hem hoor, ik lag alleen dubbel om dat (foutief ingebeelde) droste effect...