Spoorspatting?

[Arjuna]

Opmerking moderator

In Fenna's persoonlijke draadje over Himbeeren Wald is een discussie ontstaan over spoorspatting. Om dit voor iedereen makkelijker vindbaar te maken is dat deel even afgesplitst naar een eigen apart draadje.

@shoven
Hoe groot verwacht jij die temperatuur verschillen op dit oppervlak ,ik vraag dit omdat dit met elk model spoor kan gebeuren ,en ik graag dit wil kunnen ondervangen

Arjuna

[fenix]

Hallo Arjuna,

Het is een interessant vraagstuk. Wellicht interessant genoeg voor een eigen topic?
Ik hou het hier nog even in de gaten, maar zodra het mij teveel gaat afdwalen van mijn baantje, wordt mijn verzoek voor een apart draadje wat formeler

Fenna

[tv_man]

Het zou me niet verbazen als iemand al eens een tabelletje heeft gemaakt over hoeveel spoor daadwerkelijk krimpt en uitzet bij temperatuurveranderingen. Dan kan iedereen kijken of hij problemen gaat krijgen met zijn sporen van 100cm wanneer de temperatuur schommelt tussen 15 en 30 graden. Kon er niet een twee drie eentje vinden, maar misschien verder zoeken.

[beagle]

Δl = α x l x Δt

De lineaire uitzetting verschilt per materiaal. Zo zet aluminium bij eenzelfde temperatuurverandering verder uit dan staal. De uitzettingscoëfficiënt geeft een verandering in één richting. In de praktijk zijn materialen driedimensionaal. Dit betekent dat het materiaal in drie richtingen uitzet. De kubieke uitzettingscoëfficiënt is ongeveer gelijk aan 3 x α.
(© WW. tosec.nl)
Nemen we enkele materialen:

Staal = 12.0
Nikkel = 13.0
Goud = 14.2
Koper = 16.8
Brons = 17.5
Messing = 18.4
Zilver= 19.5
Tin = 26.7
Zink = 36.0

Nemen we de middenmaat b.v. deze van Koper
De lineaire uitzetingscoëfficient van koper is --> 16.8 * 10-6 mm/°K
Ten opzichte van de lengte van 1000 mm. op 20°C
kan het materiaal:
0.084 mm. uitzetten bij 25°C
0.084 mm. krimpen bij 15°C
Van 15°C naar 25°C. is dat dus 0.168 mm. voor koper.

Voor messing word dit
18.4 * 10-6 mm/°K. --> 0.092 Van 20°C naar 25°C
0.092 mm. uitzetten bij 25°C
0.092 mm. krimpen bij 15°C
Van 15°C naar 25°C. is dat dus 0.184mm.


iets meer dan de dikte van een A4 printpapier.
Nauwelijks de moeite waard.

De isolatie spleten die men in de rails slijpt zijn al 0.8 mm op zijn minst.

[Pierre]

Ik moet zeggen dat ik al jaren zowel bij H0 als nu bij N alle rails aan elkaar soldeer. Ik gebruik alleen maar flexrails. Nog nooit problemen gehad met uitzetten en krimpen. Ik zou me er maar niet zoveel zorgen over maken en lekker doorgaan zoals je nu doet met je baan. Je bent overigens een heel nette werker. Top.

[shoven]

Ik heb bij een eerdere baan (die stond op een kamer die best warm werd) meegemaakt dat op een stuk waar ik een scheiding erin had geslepen, de delen weer op elkaar waren gedrukt. Maar ik vermoed dat de scheiding zelf al erg minimaal was.

In het grootbedrijf kom je het fenomeen van spoorspatting nog wel eens tegen, maar dan heb je het over grote lengtes en temperatuurverschillen. Normaal gesproken kan het spoor dit opvangen.

[beagle]

Dat zou heel goed kunnen dat er op je baan de scheiding dicht komt.
Bij een verschil van 15° ( van 15°C naar 30°C ) is het bij messing op 1 meter al 0,276 mm.
Maar bij een spoorlengte van 10 meter is dit dus al wel 2.76 mm. !!!! Toch wel iets om bij lange spoorlengtes rekening mee te houden. Ofwel je spoorbaan niet onder de pannen zetten maar in de koele kelder.

in grootbedrijf:
Een stalen spoorstaaf van 18 m koelt in de winter af tot -10°C en warmt in de zomer op tot +40°C. Een totaalverschil dus van 50°C.
Het lengteverschil tussen zomer en winter is dan 12 * 10⁻⁶ m/m/°K (uitzettingscoëfficiënt) * 18 m (lengte) * 50°K (temperatuurverschil) = 10.800 µm ofwel 10,8 mm.
Op een traject van 30 km ontstaat er tussen de zomer en de winter een lengteverschil van 18.000 mm ofwel 18 meter!
(© www.tosec.nl)