Geen idee, ik stel ook alleen dat de Belgische Traxxen zo genummerd zijn.
[DATABASE] NS/NL 186 TRAXX F140 MS2 in N
Re: [DATABASE] NS/NL 186 TRAXX F140 MS2 in N
Voor nadere details zie ook mijn baan Ensporendam op mijn website Spoorhistorie
Re: [DATABASE] NS/NL 186 TRAXX F140 MS2 in N
Hier wat extra informatie en geschiedenis omtrent de TRAXX:
Begin de jaren '90 besloot de DB (toen nog Deutsche Bundesbahn) om hun locomotievenpark te vernieuwen. Hiervoor bouwde de Duitse industrie twee prototype-locomotieven die uitvoerig werden getest: ADTranz bouwde de 12X (BR 128), Siemens de EuroSprinter (BR 127).
Het project van een universeel inzetbare loc (project BR 121, opvolger van de 120) werd aan de kant geschoven en er werd geopteerd om drie verschillende types te laten bouwen: een locomotief om snelle reizigerstreinen te slepen (die de 103 moest vervangen), één om zware goederentreinen te kunnen slepen en een lichter type om zowel lichte goederen- en lichte reizigerstreinen te kunnen slepen. Op basis van de ervaringen opgedaan met de 12X werd besloten om ADTranz de bouw toe te kennen van de snelle loc (BR 101) en ook de universele loc voor lichte treinen (BR 145). Siemens kreeg het order voor de zware goederenloc (BR 152), gebaseerd op de EuroSprinter.
Terwijl deze diverse locs in dienst kwamen, was de DB volop aan het veranderen: ondertussen waren de DR (Oost-Duitse Reichsbahn) en DB samengevoegd tot het nieuwe DB AG en werd ook besloten om de reizigers- en goederen-afdelingen op te splitsen. Voor de BR 101 en 152 was duidelijk waar ze toe behoorden; bij de BR 145 lag dit moeilijker. Daarom werd besloten om op basis van de 145 een versie specifiek voor het regionale reizigersverkeer te bouwen: de BR 146 die een gewijzigde overbrenging kreeg en bestemmingsaanduiders boven het raam. De BR 145 mag men beschouwen als de oer-TRAXX; na de overname van ADTranz door Bombardier werd deze dan ook aangeduid als TRAXX F140 AC. De F staat hier voor Freight, 140 voor de maximale snelheid, en AC voor wisselspanningsversie. De BR 146 kreeg de aanduiding TRAXX P160 AC (P=Passenger, 160 km/u).
Door de liberalisering van het (goederen-)spoorverkeer was er ondertussen een grote vraag naar locomotieven en verschenen er veel locs van het type TRAXX F140 AC bij diverse privé-operatoren.
Om de loc ook in Zwitserland te kunnen inzetten, diende de kast te worden aangepast aan het daar geldende kleinere vrij-ruimteprofiel: de daklijn en de stroomafnemers werden hiervoor lager geplaatst. Deze gewijzigde constructie werd aangeduid als TRAXX F140 AC1. Deze locs kregen de Duitse nummering 185; de SBB bestelde er ook als reeks Re 482. Enkele locomotieven voor DB werden ook voorzien van een wisselspanningsversie voor het Franse net (25 kV) en hadden dus vier stroomafnemers op het dak. Ook de locs van de reeds lopende bestellingen van de reeksen 145 en 146 kregen deze kast met lagere daklijn: bij DB kregen die nu de nummering vanaf 145.1 en 146.1.
Om toegelaten te worden in Italië diende er terug een wijziging te worden uitgevoerd aan de locomotiefkast: nu werd het front onder handen genomen. De locs kregen nu koplichten die verticaal geplaatst staan, en niet meer schuin. Deze wijziging verkreeg de benaming TRAXX F140 AC2 en werd ingevoerd vanaf locomotief 185 200 van de DB. Ook de nog te leveren 146's (TRAXX P160 AC2) voor DB Regio kregen deze wijziging en ook de aanduiding BR 146.2. Hieronder een foto van de verschillende neuzen van de BR 185:
Het is van deze uitvoering dat Bombardier een meerspanningsversie-variant maakt die de aanduiding TRAXX F140 MS (MS = Multi System) kreeg: deze is beter bekend als reeks 186.
Zoals reeds vermeld zijn de DB Cargo 186's en die van ECR niet toegelaten in Nederland: deze locs hebben enkel de uitrusting om in Frankrijk, België en Duitsland te rijden. Deze locs zijn identiek aan de NMBS reeks 29.
De NMBS reeks 28 bestond uit 43 exemplaren die geleased werden bij ATC: de locs werden indertijd door elkaar gebruikt in zowel het goederenverkeer als in de Beneluxtreinen. Na de afsplitsing van de goederentak (eerst B-Logistics, sinds 2017 Lineas) werden de locs opgedeeld: de 2801 ging terug naar ATC en werd algauw verhuurd aan andere oparatoren (CrossRail), de 2802 tot 2812 zijn nog steeds in dienst bij de NMBS voor inzet in de IC Direct, de 2813 tot 2843 bleven bij Lineas. Ondertussen heeft Lineas een contract met RailPool voor de huur van TRAXX-locs, en werden de locs van de reeks 28 stelselmatig teruggegeven aan ATC. Hiervoor werden ze ontdaan van hun NMBS-nummer. Maar door een gebrek aan locomotieven dient Lineas toch nog een beroep te doen op deze locs van ATC: de vijf exemplaren van de reeks 29, de 186 209 en de 186 235 rijden momenteel nog bij Lineas, waarbij de 2904 en de 2843 (186 235) nog hun NMBS-nummer dragen.
De meeste RailPool-TRAXXen van Lineas hebben een toelating voor Nederland: enkel de 186 252 tot 255 niet , dit zijn ook locs met een landenpakket D-F-B.
Om de Benelux/IC Direct te kunnen rijden had de NMBS een te kort aan locomotieven en werd daarom zeer kort de 186 240 (witte loc omgenummerd als 2844) alsook de RailPool 186 181 (2862) en 186 183 (2861) ingezet.
Nog een opmerking: de locomotieven geleverd vanaf 2017 hebben nu de kast met vlakke zijwanden. Arnold heeft dit bij het model van de Rhenus Logistics-loc correct weergegeven in model; bij het model van de Lineas 186 293 jammergenoeg niet!
Ondertussen blijkt dat ik toch al wat TRAXX-modellen in de collectie heb
De geel-blauwe NS, de donkere Lineas, de rode DB, de witgrijze ECR en de blauwe Rhenus Logistics zijn originele Arnold-modellen. De rest is omgespoten en/of omgebouwd.
Het Minitrix-model van de NS 186 is fout: Minitrix had indertijd geen zin om te investeren in een nieuwe kap en heeft een kap van een 185.2 gebruikt met aangepast dak voor deze loc. Ook het geluid is dat van een 185.2.
Begin de jaren '90 besloot de DB (toen nog Deutsche Bundesbahn) om hun locomotievenpark te vernieuwen. Hiervoor bouwde de Duitse industrie twee prototype-locomotieven die uitvoerig werden getest: ADTranz bouwde de 12X (BR 128), Siemens de EuroSprinter (BR 127).
Het project van een universeel inzetbare loc (project BR 121, opvolger van de 120) werd aan de kant geschoven en er werd geopteerd om drie verschillende types te laten bouwen: een locomotief om snelle reizigerstreinen te slepen (die de 103 moest vervangen), één om zware goederentreinen te kunnen slepen en een lichter type om zowel lichte goederen- en lichte reizigerstreinen te kunnen slepen. Op basis van de ervaringen opgedaan met de 12X werd besloten om ADTranz de bouw toe te kennen van de snelle loc (BR 101) en ook de universele loc voor lichte treinen (BR 145). Siemens kreeg het order voor de zware goederenloc (BR 152), gebaseerd op de EuroSprinter.
Terwijl deze diverse locs in dienst kwamen, was de DB volop aan het veranderen: ondertussen waren de DR (Oost-Duitse Reichsbahn) en DB samengevoegd tot het nieuwe DB AG en werd ook besloten om de reizigers- en goederen-afdelingen op te splitsen. Voor de BR 101 en 152 was duidelijk waar ze toe behoorden; bij de BR 145 lag dit moeilijker. Daarom werd besloten om op basis van de 145 een versie specifiek voor het regionale reizigersverkeer te bouwen: de BR 146 die een gewijzigde overbrenging kreeg en bestemmingsaanduiders boven het raam. De BR 145 mag men beschouwen als de oer-TRAXX; na de overname van ADTranz door Bombardier werd deze dan ook aangeduid als TRAXX F140 AC. De F staat hier voor Freight, 140 voor de maximale snelheid, en AC voor wisselspanningsversie. De BR 146 kreeg de aanduiding TRAXX P160 AC (P=Passenger, 160 km/u).
Door de liberalisering van het (goederen-)spoorverkeer was er ondertussen een grote vraag naar locomotieven en verschenen er veel locs van het type TRAXX F140 AC bij diverse privé-operatoren.
Om de loc ook in Zwitserland te kunnen inzetten, diende de kast te worden aangepast aan het daar geldende kleinere vrij-ruimteprofiel: de daklijn en de stroomafnemers werden hiervoor lager geplaatst. Deze gewijzigde constructie werd aangeduid als TRAXX F140 AC1. Deze locs kregen de Duitse nummering 185; de SBB bestelde er ook als reeks Re 482. Enkele locomotieven voor DB werden ook voorzien van een wisselspanningsversie voor het Franse net (25 kV) en hadden dus vier stroomafnemers op het dak. Ook de locs van de reeds lopende bestellingen van de reeksen 145 en 146 kregen deze kast met lagere daklijn: bij DB kregen die nu de nummering vanaf 145.1 en 146.1.
Om toegelaten te worden in Italië diende er terug een wijziging te worden uitgevoerd aan de locomotiefkast: nu werd het front onder handen genomen. De locs kregen nu koplichten die verticaal geplaatst staan, en niet meer schuin. Deze wijziging verkreeg de benaming TRAXX F140 AC2 en werd ingevoerd vanaf locomotief 185 200 van de DB. Ook de nog te leveren 146's (TRAXX P160 AC2) voor DB Regio kregen deze wijziging en ook de aanduiding BR 146.2. Hieronder een foto van de verschillende neuzen van de BR 185:
Het is van deze uitvoering dat Bombardier een meerspanningsversie-variant maakt die de aanduiding TRAXX F140 MS (MS = Multi System) kreeg: deze is beter bekend als reeks 186.
Zoals reeds vermeld zijn de DB Cargo 186's en die van ECR niet toegelaten in Nederland: deze locs hebben enkel de uitrusting om in Frankrijk, België en Duitsland te rijden. Deze locs zijn identiek aan de NMBS reeks 29.
De NMBS reeks 28 bestond uit 43 exemplaren die geleased werden bij ATC: de locs werden indertijd door elkaar gebruikt in zowel het goederenverkeer als in de Beneluxtreinen. Na de afsplitsing van de goederentak (eerst B-Logistics, sinds 2017 Lineas) werden de locs opgedeeld: de 2801 ging terug naar ATC en werd algauw verhuurd aan andere oparatoren (CrossRail), de 2802 tot 2812 zijn nog steeds in dienst bij de NMBS voor inzet in de IC Direct, de 2813 tot 2843 bleven bij Lineas. Ondertussen heeft Lineas een contract met RailPool voor de huur van TRAXX-locs, en werden de locs van de reeks 28 stelselmatig teruggegeven aan ATC. Hiervoor werden ze ontdaan van hun NMBS-nummer. Maar door een gebrek aan locomotieven dient Lineas toch nog een beroep te doen op deze locs van ATC: de vijf exemplaren van de reeks 29, de 186 209 en de 186 235 rijden momenteel nog bij Lineas, waarbij de 2904 en de 2843 (186 235) nog hun NMBS-nummer dragen.
De meeste RailPool-TRAXXen van Lineas hebben een toelating voor Nederland: enkel de 186 252 tot 255 niet , dit zijn ook locs met een landenpakket D-F-B.
Om de Benelux/IC Direct te kunnen rijden had de NMBS een te kort aan locomotieven en werd daarom zeer kort de 186 240 (witte loc omgenummerd als 2844) alsook de RailPool 186 181 (2862) en 186 183 (2861) ingezet.
Nog een opmerking: de locomotieven geleverd vanaf 2017 hebben nu de kast met vlakke zijwanden. Arnold heeft dit bij het model van de Rhenus Logistics-loc correct weergegeven in model; bij het model van de Lineas 186 293 jammergenoeg niet!
Ondertussen blijkt dat ik toch al wat TRAXX-modellen in de collectie heb
De geel-blauwe NS, de donkere Lineas, de rode DB, de witgrijze ECR en de blauwe Rhenus Logistics zijn originele Arnold-modellen. De rest is omgespoten en/of omgebouwd.
Het Minitrix-model van de NS 186 is fout: Minitrix had indertijd geen zin om te investeren in een nieuwe kap en heeft een kap van een 185.2 gebruikt met aangepast dak voor deze loc. Ook het geluid is dat van een 185.2.
Re: [DATABASE] NS/NL 186 TRAXX F140 MS2 in N
Leuke bijdrage, bedankt.
Voor nadere details zie ook mijn baan Ensporendam op mijn website Spoorhistorie
Re: [DATABASE] NS/NL 186 TRAXX F140 MS2 in N
Nooit doen, achtergrondinformatie is altijd leuk.
Voor nadere details zie ook mijn baan Ensporendam op mijn website Spoorhistorie