Fleischmann 7156 Br56 2048, 807156 31 672 (Br56 2702) en 837900 Br56 2264 (DRG uitvoering)

Test verslagen van N-Spoor rollend materieel en scenery
Plaats reactie
Gebruikersavatar

Onderwerp starter
Zaunkönigs Bahn
Berichten: 1013
Lid geworden op: 12 jan 2013 19:02

Fleischmann 7156 Br56 2048, 807156 31 672 (Br56 2702) en 837900 Br56 2264 (DRG uitvoering)

Bericht door Zaunkönigs Bahn »

Historie/achtergrond
Deze serie locomotieven zijn er in verschillende uitvoeringen, dit in tegenstelling met Bouwserie 58. De serie begint met Bouwserie 56.0, een Pruisische G7.3, dit type kwam ook voor bij de Großherzoglich Mecklenburgische Friedrich-Franz-Eisenbahn en deze versie kreeg de aanduiding Br 56.2. De Br 56.1 was de Pruisische G8.3. De Bouwserie Br56.2-8 was de Pruisische G8.1 en de Großherzoglich Mecklenburgische Friedrich-Franz-Eisenbahn G8.1 met loopas. De Bayerische Staatsbahnen G4/5N werd de Bouwserie 56.4. De Sächsische IX V werd de Bouwserie 56.5 en de Sächsische IX HV werd de Bouwserie 56.6. De Badische Staatsbahnen VIIIe1-8 werd de Bouwserie 56.7. De Bayerische Staatsbahnen G4/5H werd de Bouwserie 56.8-11 en de Pruisische G8.2 samen met de Großherzoglich Oldenburgische Staatseisenbahn G8.2 werden de Bouwserie 56.20-29. In het kort, de locomotief was een succes en een zeer betrouwbare machine.

Een bijzondere eis aan Bouwserie 56.8-11 (bay.G 4/5 H) was dat deze ook voor reizigersdiensten ingezet moest kunnen worden. In het vlakke land kon deze machine 1370t met 60km/u trekken en op een helling van 20‰ haalde de locomotief nog 365t met een snelheid van 30km/u. Dit type locomotief werd en word als model geleverd door Minitrix. De Bouwserie 56.20-29 (pr.G8.2) werd ontwikkeld als goederentrein locomotief en was een verkorte versie van de G12. Het model werd/wordt geleverd door Fleischmann (7160009/7170009). Deze serie locomotieven hadden een grote korte en hoog gelegen ketel wat de locomotief een gedrongen en fors uiterlijk gaf. Het aandrijfwerk was eenvoudiger in vergelijk met de andere machines en door de ketelbouw koelde de machine minder snel af. Deze machines presteerden opmerkelijk in vergelijk met machines met meer cilinders en/of hogere keteldruk.

  Helling   Snelheid   Treinmassa in t
  Merkbuch 1924 *     blz 208    blz 204    blz 215            blz 207
  Merkbuch 1953       blz 187             --    blz 189                    --
  in 0/00   in km/u    pr. G 8.2  pr. G 8.3   pr. G 12   bay. G 4/5 H
           0           50         1850        1700       2270               2000
           2           45         1200        1210       1650               1400
           4           30         1300        1380       1770               1510
           5           35           980        1000       1310               1150
           7           50           500              --         680                 580
         10           25           720          780       1000                    --
* gegevens komen uit het Merkbuch van 1924

In het Merkbuch für die Fahrzeuge der Reichsbahn uitgave 1924 staat op bladzijde 208 een tabel met km/std, Wagengewicht in t en Steigung. Het gaat om de bovenste tabel. Hieruit kunnen we halen dat de locomotief de volgende treinmassa moet kunnen trekken;

In het vlakke land  1090t met 65km/u
op een 5‰   helling 430t met 65km/u
op een 10‰ helling 415t met 45km/u
op een 20‰ helling 250t met 35km/u
op een 25‰ helling 180t met 35km/u

Aan de hand van bovenstaande tabel beoordeel ik de locomotieven.

Het model
Alle modellen zijn tweedehands aangekocht. Ik kan dus geen opmerkingen maken over al dan niet aanwezige handleidingen en andere documenten. Het model wordt geleverd in de bekende plastic doos. In de doos zit een plastic houder waarin de locomotief precies past. Bij de Fleischmann 7156 is dat bedekt met een soort stof, het voelt ook zo aan. Bij de Fleischmann 837900 is het gewoon glad plastic en voor nummer 807156 idem. De laatste twee hebben bovenop de locomotief een plastic velletje liggen. Als je de houder uit de doos haalt kun je bij de handleiding. Bij Fleischmann 7156 is dat dun bedrukt karton met duidelijke foto hoe je de locomotief open kunt make om het lampje te vervangen met daarbij het bestelnummer van de lamp. Twee foto's voor de tender. Daarbij moet je de buffers verwijderen en dat gaat niet zo makkelijk als op de tekening wordt gesuggereerd. Eenmaal open kun je de motor vervangen of op aangegeven punten smeren. Daarbij de nummers vann de koolborstels en van de motor. Verder de tekst in drie talen dat de locomotief alleen opengemaakt behoeft te worden voor de zaken die ik net beschreven heb. Beetje verdwaald dat de bedrijfsspanning gaat van 4 tot 14 Volt. Op de andere kant waar je de wielen mag smeren en het nummer van vervangende rubberen bandjes. Verder reclame voor Fleischmann olie, maar naaimachine olie mag ook. En maar een druppel per punt, tja, hoe groot is die druppel? Verder niks. Bij Fleischmann 837900 hetzelfde verhaal, alleen de kleur rood is nu blauw. Wel nog een kader met het nummer van de standaard koppeling een het nummer van de profi koppeling. Op de andere zijde idem, maar nu ook dat je je peuter van onder de 3 jaar er niet mee mag laten spelen en dat de verpakking niet mag worden weggegooid. En verder een verhaal over elektromagnetische zekerheid wat nergens op slaat. Oh ja, 14Volt gelijkstroom, althans dat symbooltje waar waarschijnlijk niemand weet wat het betekend. Er zit ook een papiertje bij in zes talen waaronder Nederlands over dat EMV gedoe, dat is zo ingewikkeld dat gebruikers geen idee hebben of als ze dat letterlijk uitvoeren of het dan ook zo werkt, antwoord nee. Fleischmann 807156 is dan weer in het rood gedrukt. Exact hetzelfde aan 837900 op zowel voor- als achterkant. Alleen dit is een gelimiteerde serie, die van mij heeft nummer 1190. En ook weer een papiertje met dat EMV gedoe.

Afbeelding
Het model van de Br56 2048

De modellen zien er goed uit ondanks dat enkele modellen al meer dan 20 jaar oud zijn. Zo is er nauwelijks een gietlijntje zichtbaar op de bovenzijde van de ketel, dom en zandkasten. Alle opschriften zijn leesbaar, al moet je voor de meeste opschriften een vergrootglas erbij halen. Maar dan kun je de teksten behoorlijk goed lezen. Ik heb bijna geen foto's kunnen downloaden, bijna alles wat voorhanden was waren Br56 modellen met de lage ketel. In Eisenbahn Journal Sonder Ausgabe 4/2002 “Die G12-Familie, Baureihen 58 und 56” heb ik de nodige foto's kunnen vinden die passen bij de modellen, alleen niet precies het nummer op één na. De bedrukking zit er niet heel erg vast op, bij een van mijn oudere modellen staat er inmiddels niets meer op, dat is op zich wel weer makkelijk voor nieuwe decals. De kap van de locomotief is rijk gedetailleerd en in al die jaren niet veranderd, hooguit van kleur verschoten. Veel details zijn meegegoten en een beperkt aantal details zijn later los opgezet. Dat gaat op voor alle modellen. Net als bij de Br38 is dit een enorme bouwserie, dus in het echt zie je wel afwijkingen in dommen en andere details en toch zijn het allemaal Br56 of nog erger G45.17 machines. De stangen doen verfijnd aan. Fleischmann getrouw liggen de leidingen e.d. te netjes op de locomotief, m.a.w. de loc is vanaf tekening gemaakt.

Afbeelding
Het model van de Br56 2264

Bij het nameten van de wiel diameters blijkt dat de grootste afwijking bij de loopwielen is met -9,44%. De tender wielen zijn daarentegen weer iets te groot met 5,6%, alleen die zie je niet. Dat valt niet echt binnen de toleranties. Ook de totale lengte wijkt met 4,53% af. Daar ben ik aan de hand van een tekening nog mee verder gegaan. De locomotief alleen, dus zonder tender, wijkt 2,9% af. De tender wijkt 3,54% af. Alleen de buitenste assen worden aangedreven en de wielen zijn voorzien van rubber. De stroomopname loopt via de locomotief, bij de Fleischmann 7156 zijn dat glanzende wielen, bij de andere twee zeer licht gebruneerd. Tijdens testen heb ik er geen problemen mee gehad.

Afbeelding
Het model van de Br56 met voorlopig nummer 31 672 wat later vernummerd is naar Br56 2702.

De testrun
De modellen wegen elk 94 gram en zijn beproefd op mijn stokoude testbaan en op mijn trekkracht testbaan. De stokoude testbaan heeft allerlei rariteiten, er zit een boog in met een radius <R1(182), R1(194,6) en R2. Verder twee meegebogen wissels R1/R2 met de scherpe kanten tegen elkaar. Bogen die direct aansluiten op een Engels wissel. Allemaal ingrediënten waarop een locomotief of wagon soms de mist in kan gaan. Deze locomotieven rijden overal doorheen zonder enig probleem.

Op de trekkracht testbaan is er getest met de Arnold Ass 7095 transformator. Parallel aan de aansluiting van de rails is een DMM verbonden om de spanning af te lezen. In serie een DMM ingesteld op stroommeting. De locomotief eerst wat rondjes alleen laten rijden. Daarna werd er een testsleep aan de haak gehangen oplopend tot 47 wagons. De tijd werd genoteerd en met een programma worden dan de snelheden uitgerekend. De stijging en daling op de trekkracht testbaan loopt van 0,1% (1‰) tot en met 1,7% (17‰, kort traject in de linker boog), gecontroleerd met een digitale hoekmeter.

Afbeelding
trekkracht testbaan

Die sleep wagons bestaat uit door mij afgekeurde wagons. Ik wil een periode II baan bouwen en daar horen dan geen wagons uit periode III of nog later op rond te rijden. Ook zijn er wagons van de verkeerde maatschappij die nog niet bestond in periode II. De wagons in kwestie zijn over het algemeen Roco wagons die destijds goedkoop in de aanschaf waren. Als je begint moet je wat, vandaar. Dus deze afgekeurde wagons kunnen mooi dienst doen als testsleep. Als je precies wil weten welke wagons dat zijn, in dit draadje https://www.n-spoorforum.nl/viewtopic.p ... 07#p275807 kun je dat zien. Evengoed bleek, af te gaan op het geluid van de wielen met rubberen bandjes, dat 47 twee assige wagons te veel is, bij 40 wagons bleef dat geluid achterwege. Een trein van 40 twee assige wagons geeft ongeveer een treinlengte van 2,6 meter. Deze locomotief haalt niet de prestatie van het echte model op het vlakke terrein, maar mijn testbaan is ook niet vlak. En verder moet je dit meten met een recht stuk rails en niet met een testbaan met daarin weer bogen en tegen bogen. Nu is het ook wel zo dat de modellen 1200t trekken met snelheden die buiten de tabel vallen en bij de hoogste snelheid trekt het model eigenlijk meer. Het goede nieuws is wel dat we bovenin de tabel zitten met de gemeten waarden en niet onderin.

Analoog
In de handleiding staat dat analoog 14Volt het maximum is, de trafo gaat niet verder dan 13,5Volt (gevolg van 220 naar 240 als netspanning). Deze transformator heeft in het lage bereik een niet zuivere gelijkspanning, dit heeft tot gevolg dat de motor blijft draaien op lage tot zeer lage snelheden. Met 2,8 tot 3,3Volt gaan de modellen met gemiddeld 22km/u over de baan. Met 13,5Volt en 140mA gaan de modellen 250km/u of zelfs harder, tot ongeveer 300km/u. In het echt ging deze locomotief niet harder dan 65km/u, dus 250km/u of meer zijn TGV kwaliteiten.
Met een sleep van 40 wagons (equivalent van 1200t) halen de modellen bij een baanspanning van ongeveer 13Volt en een verbruik van ongeveer 180mA 172km/u tot 195km/u, dat is heel veel harder dan in het echt. De regelaar teruggebracht naar ongeveer 6,9Volt. Met een sleep van 40 wagons rijd de trein dan ruim 56km/u. Ook nog even geprobeerd met een nog lagere spanning. Bij ongeveer 4,6Volt en 40 wagons als sleep rijd de trein ruim 25km/u. Met de gemiddelde stijging op mijn testbaan en de behaalde resultaten kun je stellen dat de prestatie helemaal binnen de tabel vallen. Ik zie de modellen ook nog wel 1850t trekken op een kaarsrechte baan, dat is dus een trein van 62 twee assige wagons met een lengte van ruim 4 meter, maar vind de ruimte maar eens voor zoiets.

Het rapportcijfer
In het verleden zijn er al testen geweest waarbij rapportcijfers werden gegeven. Kort geleden heb ik een verhaal geschreven over hoe dat rapportcijfer tot stand komt. Je kunt het hier nalezen (https://www.n-spoorforum.nl/viewtopic.p ... 02#p277102). Met de opstelling kom ik tot het volgende;

Details                       10,00
Bouwkwaliteit              6,49
Bedrukking                  9,00
Loopeigenschappen 10,00
Bochtengedrag         10,00
Snelheid                    10,00
Trekkracht analoog    10,00
Totaal indruk              9,36 > 9,4

Door de manier van noteren in een rekenprogramma wordt enige subjectiviteit onderdrukt omdat genoemde onderdelen bestaan uit meerdere meetpunten.
Er zijn wat zaken die een verklaring behoeven. Details 10,00 omdat ik niets iets heb kunnen ontdekken, de variaties bij dit model zijn ook in het echt te groot. Bouwkwaliteit een 6,49 omdat de afwijkingen op lengte van de locomotief en de doorsnede van de wielen te afwijkend zijn. LOB=110,9mm=17744mm=+4,53% (moet zijn 16975mm) loc +2,9% tender +3,54%. De wielen; aandrijfwiel 8,52mm=1363,2mm=-2,63% (moet zijn 1400mm), loopwiel 5,66mm=905,6mm=-9,44% (moet zijn 1000mm), tender 6,60mm=1056mm=+5,6% (moet zijn 1000mm). En verder geen instructie hoe bandjes te wisselen. Bedrukking een 9,00. Bijna alles scherp inclusief kleine teksten, echter door veelvuldig oppakken zijn er ook teksten verdwenen. De loopeigenschappen zijn gewaardeerd met een 10,00, niets aan te merken. Bochtengedrag een 10,00 omdat alle rariteiten zonder problemen werden doorlopen. Snelheid een 10,00, locomotief gaat erg veel harder, maar dat is prima te temperen met de spanningsregelaar. Het rapportcijfer voor trekkracht bestaat uit alleen een analoog deel met de score 10,00. Uitgebreide testen met drie modellen laten onafhankelijk van elkaar zien dat het equivalent van 1200t kan worden getrokken. Met de hellingen op de testbaan valt dit helemaal binnen de tabel. De totale waardering en daarmee het rapportcijfer komt uit op een 9,4.

Ombouwen naar digitaal
Als je de locomotief opent zul je zien dat de ruimte niet overweldigend is. Ik heb een van de ruimten in de locomotief opgemeten, de maten zijn ongeveer omdat mijn digitale schuifmaat niet overal direct bij kan, de opgegeven maten zijn dus ingeschat. Tussen de uitbouw van de ketel in de machinisten ruimte en de ketel zit een kleine lege ruimte met de maten ±9,40mm breed, ±3,00mm diep en onderin geschat ±1,80mm. De hoogte is ±12,3mm. Er zijn inmiddels decoders die in deze ruimte zouden moeten kunnen passen zoals de D&H PD05A (5,2×8,0×2,5mm), Zimo MX615 (8,2x5,7x2mm) of MX616 (8x8x2,4mm).
Hieronder twee voorbeelden met de opmerking dat ik het model niet heb gesloten en dat bij proef passing wel is gebleken dat er isolatie moet worden toegepast en dat enkele lipjes moeten worden verbogen. Verder lijkt het te passen.

Afbeelding
De decoder is een Zimo MX616 welke liggend past in de uitsparing.

Afbeelding
De decoder is een Zimo MX616 welke recht op staat in de ruimte uitbouw ketel en de ketel zelf.


Met vriendelijke groet,
Joop

Project Zaunkönigs Bahn, Duitse baan, Tijdperk IIb (DRG)
https://joopn.home.xs4all.nl/msb/indexn.htm
Gebruikersavatar

traiNiac
Berichten: 2204
Lid geworden op: 28 sep 2014 09:17

Re: Fleischmann 7156 Br56 2048, 807156 31 672 (Br56 2702) en 837900 Br56 2264 (DRG uitvoering)

Bericht door traiNiac »

Dank Joop,

Zeer informatief. Overigens is bij EK Verlag een boek verschenen over de 56.1 en 56.20.


Gebruikersavatar

Onderwerp starter
Zaunkönigs Bahn
Berichten: 1013
Lid geworden op: 12 jan 2013 19:02

Re: Fleischmann 7156 Br56 2048, 807156 31 672 (Br56 2702) en 837900 Br56 2264 (DRG uitvoering)

Bericht door Zaunkönigs Bahn »

@traiNiac, Harry, dank je wel. Zal eens kijken bij EK Verlag.


Met vriendelijke groet,
Joop

Project Zaunkönigs Bahn, Duitse baan, Tijdperk IIb (DRG)
https://joopn.home.xs4all.nl/msb/indexn.htm
Plaats reactie